Vereniging tot verkondiging van het evangelie in China en de naburige landen, d.m.v. de Chineesche Christenvereeniging, o.l.v. Dr. Karl Gützlaff te Rotterdam
Gützlaff is tijdens en na zijn verblijf vaak aanleiding geweest voor de verschillende geloofsrichtingen, om elkaar op zijn gelijk te toetsen. Zo is er met name sprake van de tegenstelling Rotterdam - Den Haag, waarover Gützlaff overigens met geen woord spreekt, hoewel hem dit niet verborgen kan zijn gebleven. In Den Haag, waar o.a. douairière Van Hogendorp (de weduwe van Dirk), Mackay, Capadose, Groen van Prinsterer en Singendonck in het comité zitting hadden, mannen van het Reveil, gaf men een circulaire uit waarin gezegd werd dat de elke maand op te zenden gebeden zouden uitgaan van het geloof in God drieënig en dat daarin gepleit zou worden op de enige en volmaakte offerande van de Middelaar; eenheid des geloofs was voor het gemeenschappelijk gebed onmisbaar. Dr Doedes te Rotterdam uitte in een brief aan Koenen (3 mei 1850) zijn vrees, dat de Haagse broeders een nieuw zendingsgenootschap wilden oprichten. Hij wenste in het geheel geen nieuw zendingsgenootschap, ook niet voor de arbeid in China. Men moest er zich toe beperken de Chinese Christenvereniging (Chinese Union) te ondersteunen.